In 2011 bracht ik het spel ‘Ik denk me Sterk’ uit als tool voor pedagogisch professionals en ouders die met kinderen en jongeren aan de slag wilde gaan met gedachtekracht. Op dat moment wist ik nog niet hoeveel groter de spelersgroep van het spel zou worden. Nu ruim tien jaar later weet ik dat wel. De Toolkit ‘Ik denk me Sterk’ is uitgegroeid tot een populaire tool om in te zetten met jong & oud. Spelers variëren in de leeftijd van 4 tot 100 jaar.
De verhalen uit de praktijk die mij in de afgelopen jaren hebben bereikt van spelers en hun spelbegeleiders zijn eindeloos. Zij hebben mij stuk voor stuk geraakt. Ik heb ik ervaren dat het belangrijk is om rekening te houden met o.a. de leeftijd, het ontwikkelingsniveau en het taalniveau van de speler(s). Ik adviseer daarom altijd goed naar je eigen doelgroep te kijken. Stem de kaarten die je inzet en de spelvormen die je kiest af op jouw doelgroep.
Richtlijnen
In deze blog deel ik richtlijnen met jou die daarbij van pas komen.
Tips per leeftijdsgroep / ontwikkelingsniveau
4-6 jaar
- Vooral inzoomen op de beeldzijde van de helpende gedachte & associatie kaarten.
- Korte zinkaarten gebruiken als: Ik kan het / Ik durf het / Ik sta sterk.
- Je kunt ze voorlezen als het kind de verschillende letters of de woorden nog niet herkent.
- Sommigen vinden het juist een uitdaging te ontdekken om welke letter(s) het gaat.
- Gebruik maximaal 10 kaarten, zodat het overzichtelijk blijft en een kaart kiezen gemakkelijker is voor het jonge kind.
Stapstenen
Met kinderen onder de 6 jaar kun je werken met helpende gedachte zinnen, die zij als pepzinnetjes inzetten, om zichzelf aan te moedigen of bijvoorbeeld juist gerust te stellen. Het voert dan vaak te ver en reflectie is nog onvoldoende ontwikkeld om alle G’s los te bespreken en of te verbinden met elkaar. Met een losse stapsteen werken waar je aandacht aan geeft kan vaak goed met jongere kinderen
Een kleuterjuf ontdekte hoe zij met de jonge kinderen in haar groep kon werken met gedachtekracht. Ze koos wekenlang steeds een ander prentenboek, waarin het belangrijkste karakter uitdagingen tegenkwam. De kinderen kregen de opdracht om voor het uit de helpende gedachte kaarten, zinnetjes te kiezen die daarbij tot steun konden zijn. Ze was keer op keer verrast hoe goed ze dit lukte. Steeds vaker hoorde zij in haar groep kinderen hardop zinnen uitspreken als ‘ik kan het’ of een ander kind aanmoedigen ‘van proberen kun je leren’.
6-8 jaar
- Beeldzijde en tekstzijde van de kaarten zijn beide te gebruiken.
- Je kan kiezen voor korte zinnen die ze vaak al zelf kunnen lezen en die geen diepere betekenis bevatten (bijvoorbeeld de tekst: ‘Ik kan een ander niet veranderen, wel hoe ik er zelf mee omga’ kan moeilijk zijn om te begrijpen).
- Gebruik indien nodig een beperkter aantal kaarten, zodat het overzichtelijk blijft en een kaart kiezen voor de deelnemer gemakkelijker is.
Stapstenen
Tussen zes en acht jaar ontwikkelen zich snel. Tegelijkertijd zijn er nog veel verschillen. Kies bewust voor het los werken met een stapsteen, meerdere stenen of het verbinden van de stenen met elkaar. Vaak kun je met kinderen van zeven jaar, die in groep vier zitten op de basisschool individueel met de stapstenen van de vier G’s te werken, zodat je kunt volgen of de reflectie van het kind voldoende ontwikkeld is en dit aankan.
Laat de G5 Gevolg achterwege. Na gedrag, volgt een (nieuwe) gebeurtenis, waarin bijvoorbeeld de reactie van de ander(en) duidelijk wordt. Door het klein en overzichtelijk te houden, kunnen zij de vier G’s ook zelfstandig toepassen en zo niet-helpende gedachten herkennen en ombuigen naar helpende gedachten.
Twee enthousiaste pedagogisch professionals die ik vorig jaar sprak vertelde mij hoe zij ‘Ik denk me Sterk’ inzetten op de dagbehandeling voor kinderen en jongeren met een visuele beperking. Zij vonden een manier om de helpende gedachten uit het spel toegankelijker te maken door te werken met de kaarten op A5-formaat, de zinnen met meer contrast te presenteren en braille toe te voegen. Ik dacht met ze mee hoe ze het spel op een meer ervaringsgerichte en actieve wijze konden aanbieden. Samen kwamen we tot spelvormen die zij konden toevoegen aan de waardevolle gesprekken die zij al voerde aan tafel a.d.h.v. de kaarten.
8-10 jaar
Afhankelijk van het taalniveau kan je bij deze leeftijd ook de associatie en helpende gedachte kaarten met een diepere betekenis inzetten. Daarover kan je langer met elkaar in gesprek gaan, (bijvoorbeeld de kaart: ’Ik ga met jou om, zoals ik wil dat jij met mij om gaat.’).
Stapstenen
Wanneer je werkt met kinderen onder de tien jaar raad ik aan om met de stapstenen van de vier G’s te werken. G5 Gevolg, laat je achterwege. Na gedrag, volgt een (nieuwe) gebeurtenis, waarin bijvoorbeeld de reactie van de ander(en) duidelijk wordt. Door het klein en overzichtelijk te houden, kunnen zij de vier G’s ook zelfstandig toepassen en zo niet-helpende gedachten herkennen en ombuigen naar helpende gedachten.
Een woongroep begeleider die werkte met licht verstandelijk beperkte mensen die aan de slag ging met de nieuwe kaarten die zijn toegevoegd aan de Toolkit, merkte dat de helpende gedachte starters, zelfs zonder de zinnen af te maken, zo’n positieve invloed uitoefende op lastige situaties. Zo repeteerde één van de bewoners steeds opnieuw het zinnetje ‘ik oefen, ik oefen, ik oefen’. De frustratie en boosheid die eerder naar boven kwamen op dit soort momenten namen af. De kaart hing wekenlang op het prikbord in zijn kamer als steuntje in de rug.
10 + jaar
Alle kaarten en spelvormen zijn inzetbaar individueel en in groepsverband.
Stapstenen
Met kinderen vanaf tien jaar kun je individueel ook de G5 gevolg bespreken. Na gedrag volgt dan het gevolg. In deze G5 bespreek je de reactie van de anderen op het gedrag en de conclusie van kinderen over zichzelf.
Een verzorgende die werkte met licht dementerenden vertelde dat zij het spel had meegenomen om met de ouderen in de huiskamer in gesprek te gaan. Ze had van tevoren een selectie gemaakt van afbeeldingen die ze wilde gebruiken aan de koffietafel. Niet alleen zij zelf, maar ook ik was ontroerd na de ervaringen die ze deelde. Er waren prachtige gesprekken ontstaan, er was contact en verbinding, er werden herinneringen opgehaald van vroeger, de openheid en kwetsbaarheid die daarin werden getoond waren heel bijzonder. Als afsluiting maakte iedere oudere een persoonlijke kaart met een positieve gedachte en tekening die een speciaal plekje kregen in de huiskamer. Ze hebben daar nog lange tijd gehangen.
Deze verhalen uit de praktijk, samen met mijn eigen ervaringen opgedaan in het werkveld, deden mij beseffen dat gedachtekracht groot goed is. Echt alle mensen, groot en klein, ervaren dat het leven met een positieve mindset, zoveel aangenamer kan zijn.
Bestel de Toolkit ‘Ik denk me Sterk’ via de webshop van Semmie
Kijk op de downloadpagina voor meer informatie, werkvormen, werkbladen en producten om je te ondersteunen bij het inzetten van de associatiekaarten van het spel.
TIP! In inspirerende online en fysieke workshops en trainingen kun je nog meer manieren ontdekken om met de Toolkit ‘Ik denk me Sterk’ te werken.
Over Mirelle Valentijn
Mirelle Valentijn is bedenker en ontwikkelaar van de Toolkit ‘Ik denk me Sterk’, eigenaar van Kenniscentrum Omgaan met Pesten
en Praktijk voor Levensgeluk en werkzaam als docent en trainer sociale veiligheid.